dinsdag 24 december 2013

Enquêtes over de taalattitudes bij Oost-Vlaamse kinderen

Voor het vak Taalvaardigheden kregen we de opdracht om 3 enquêtes af te nemen bij kinderen die in Oost-Vlaanderen wonen. De docent verdeelde ons 2 groepen. De ene groep moest een enquête afnemen bij een jongen van de derde kleuterklas, een meisje uit het tweede of derde leerjaar en een jongen uit het vijfde of zesde leerjaar. De andere groep moest dit doen bij een meisje uit de derde kleuterklas, een jongen uit het tweede of derde leerjaar en een meisje uit het vijfde of zesde leerjaar.

Ik moest een een enquête afnemen bij een jongen uit de derde kleuterklas, een meisje uit het tweede of derde leerjaar en een jongen uit het vijfde of zesde leerjaar.

Ik heb de enquêtes bij een broer (derde kleuterklas) en zus (derde leerjaar) en bij mijn buurjongen (vijfde leerjaar) afgenomen.

Bij de jongste van de drie was de klus snel geklaard. Het ging van 1 naar 3. Je zag bij hem dat hij niet veel zin had om te luisteren en zei gewoon maar iets om aan te duiden.
Het meisje uit het derde leerjaar luisterde wel goed naar wat er gezegd werd en twijfelde wat het juiste antwoord was.
De oudste leerling was heel enthousiast om de vragen te beantwoorden. Ik heb de leerling twee keer laten luisteren naar de cd. Je kon zien dat de leerling goed luisterde en nadacht over het antwoord dat hij zou geven. Hij vond het wel een moeilijke opdracht.

Ik kan de oudste leerling geen ongelijk geven, want ik vond het zelf ook een rare opdracht. De kinderen moesten de vragen beantwoorden, maar er was geen juist antwoord. Zo kan je zien wie er gokt en wie er goed nadenkt over de vragen en antwoorden. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten